Je kunt de klanken op twee basismanieren doen:
Nieren – Lever – Hart – Milt – Longen
Dit heet de ‘creatieve cyclus’, of ‘moeder-cyclus’ en volgt de opeenvolging van de seizoenen (winter, lente, zomer, nazomer en herfst). De taoïsten zien de seizoenen als een cyclus, een cirkel. Het maakt niet uit waar je begint, je kunt dus ook eerst de lever doen, dan hart, milt, longen en nieren. Het gaat erom dat elk seizoen of element de volgende ‘voedt’. Longen staan voor de herfst en metaal en loslaten, ze voeden de winter en het water (verstilling), de nieren. Die voeden op hun beurt weer de lever, de lente en het element hout.
Nieren – Hart – Longen – Lever – Milt
Als je deze volgorde gebruikt, is het wel gebruikelijk om te beginnen bij de nieren, maar theoretisch gezien zou je hier ook in kunnen variëren. Deze volgorde wordt wel de ‘kalmerende cyclus’ of ‘vader-cyclus’ genoemd en zoekt niet zozeer naar een opeenvolging van de seizoen, maar naar een balans van de verschillende seizoensinvloeden. Nieren – Hart (winter – zomer) Longen – Lever (herfst – lente). De milt wordt dan de balancerende kracht.