In eerste instantie lijkt het ondoenlijk om op zo’n precieze manier het bekkenbodem aan te sturen. Maar de ervaring leert: iedereen kan dit leren. Het vergt alleen training, en daar is de cursus voor. Het voelbewustzijn dat je nodig hebt ontstaat langzaam maar zeker. Het leren activeren van de drie verschillende kringspieren van de bekkenbodem is eenvoudiger dan je denkt. Te veel je best doen, maakt het zelfs lastiger. Bovendien is het niet erg als de bilspieren een klein beetje meebewegen. Het is belangrijker om de verschillende poorten zachtjes te voelen bewegen. Ze beïnvloeden elkaar altijd. Het gaat dus meer om een gedeeltelijke activering en om een totaal geïsoleerde aansturing van die spiergroepjes.
Dit trucje kun je toepassen: met de spiertjes in en rond de ogen maak je sneller contact met de voorste kringspier. Als je tuurt, sluit de poort. Wanneer je je bovenlip optrekt, sluit je de middelste poort. En met de spieren van de onderlip (een soort pruillipje maken), sluit je de achterste groep kringspiertjes. Het gebruiken van de kringspieren in het gezicht is bedoeld als hulpmiddel om meer gevoel te krijgen voor de oefening. Het gaat erom dat je de kringspieren in de bekkenbodem te pakken krijgt. Je hoeft dus niet met hazentandjes door de straat te lopen. Het vraagt ook wat oefening om het onder de knie te krijgen. Eerst alle drie stevig aantrekken en ontspannen. Ga er daarna wat meer mee experimenteren. De afzonderlijke oefeningen met de drie kringspiergroepen doe je om de spieren sterker te maken, en om doodeenvoudig contact te krijgen met die spiergroepen. Het kan zo een paar jaar duren voordat je dat op orde hebt. Soms duurt het zelfs langer. Tip: luister nogmaals naar het teleseminar 1, waarin de oefeningen en het belang ervan aan bod komen. Je hoort altijd weer wat nieuws.